Woensdag 15 augustus 2012
Artikel 2:227, lid 2 Flex-BW bepaalt onder meer: De statuten kunnen bepalen dat het verbinden en ontnemen van vergaderrecht aan certificaten van aandelen geschiedt door een daartoe in de statuten aangewezen orgaan. Als dit in de statuten staat, voordat je een certificaat verkrijgt, of als de certificaathouder hiermee heeft ingestemd, kan het orgaan dat die bevoegdheid heeft verkregen, naar hartenlust (binnen de grenzen van de red. en billijkheid) vergaderrecht verlenen en weer ontnemen (knipperlicht vergaderrecht). Is dit denkbeeldig? Ik denk het niet: als het echt spannend wordt (in de vergadering), ontneem je de certificaathouders vergaderrecht en als de rust is weergekeerd, verleen je het weer…
Artikel 3:259, lid 2 Flex-BW bepaalt onder meer: Zijn de oorspronkelijke aandelen of schuldvorderingen op naam gesteld en de certificaten uitgegeven met medewerking van de uitgever van de oorspronkelijke aandelen of schuldvorderingen, of is er bij de statuten vergaderrecht verbonden aan de certificaten van aandelen dan verkrijgen de certificaathouders tevens gezamenlijk een pandrecht op die aandelen.
Ik denk dat het wettelijk pandrecht alleen openstaat voor certificaten waaraan bij de statuten vergaderrecht is verbonden en niet voor knipperlichtcertificaten waaraan krachtens de statuten vergaderrecht kan worden verbonden (ongeacht of het vergaderrecht aan- of uitstaat). Letterlijke uitleg van de wet. Is dit een juiste gedachte?
Artikel 2:194, lid 1 Flex-BW bepaalt ondermeer: In het register worden opgenomen de namen en adressen van de houders van certificaten van aandelen waaraan vergaderrecht is verbonden, met vermelding van de datum waarop het vergaderrecht aan hun certificaat is verbonden en de datum van erkenning of betekening.
Ik denk dat ook de houders van knipperlichtcertificaten (alleen als het vergaderrecht aan staat) in het register van aandeelhouders moeten worden ingeschreven. En als het vergaderrecht uit staat, moeten die houders weer worden uitgeschreven. Er staat namelijk niet dat het vergaderrecht bij de statuten aan de certificaten moet zijn verbonden. Is dit een juiste gedachte?
Als het laatste juist is en het bestuur het orgaan is dat beschikt over de schakelaar voor de knipperlichtcertificaten, mag je hopen en verwachten dat het met de inschrijving/uitschrijving in/uit het register wel goed komt, immers het aanhouden van het register is een bestuurstaak. Als een ander orgaan de schakelaar mag bedienen, is de kans groot dat het mis gaat met de inschrijving. Om dit op te lossen, stel ik voor in de statuten op te nemen dat het knipperlichtvergaderrecht pas ontstaat als het is ingeschreven in het register van ahs en bestaat, zolang het is ingeschreven. Anders gebeuren er ongelukken met de oproeping en besluitvorming buiten vergadering etc. Bij het stemrecht van de pandhouder of vruchtgebruiker gaat het net iets anders, daar is namelijk een schriftelijk stuk voor nodig, en het vergaderrecht kan pas jegens de BV worden uitgeoefend als de BV het heeft erkend of aan haar is betekend.
€ 384 p/m
+ € 95 per extra notaris
ex. BTW
Meest gekozen
€ 660 p/m
+ € 160 per extra notaris
ex. BTW
€ 500 – € 3.500 per model
–
ex. BTW